top of page

Persbericht, 12 juni 2023

BENG wordt aangepast om knelpunten op te lossen. De aanpassingen zijn tot stand gekomen na een gezamenlijke lobby van zeventien ingenieurs- en adviesbureaus, waaronder Visietech. 

Het ministerie van BZK heeft besloten de BENG-methodiek op een tweetal punten te aan passen. De wijzigingen moeten ervoor zorgen dat BENG-berekeningen voor de omgevingsvergunning van appartementsgebouwen straks minder tijd vergen. Ook komt er meer ruimte voor innovatieve installatieconcepten. De aanpassingen zijn tot stand gekomen na een gezamenlijke lobby van zeventien ingenieurs- en adviesbureaus, waaronder Cauberg Huygen. “We zijn zeer tevreden met deze uitkomst. Dit stelt ons in staat onze energie en expertise in te zetten voor het versnellen en verduurzamen van de woningbouw.”, aldus Liselotte Apon, strategisch adviseur bij Cauberg Huygen.

De volgende bureaus hebben zich ingezet voor dit gezamenlijk initiatief: ABT, Arup, Buro Bouwfysica, Cauberg Huygen, DGMR, DWA, Hiensch Engineering, Huygen, LBP|Sight, Merosch, Nelissen Ingenieursbureau, Nieman Raadgevende Ingenieurs, Peutz, RHDHV, Techniplan, TRAJECT en Visietech. De bureaus worden ondersteund door branchevereniging Koninklijke NLingenieurs.

Invoering NTA 8800 en BENG-methodiek

Op 1 januari 2021 zijn de NTA 8800 en de BENG-methodiek ingevoerd. Alle vergunningsaanvragen voor nieuwbouw moeten sindsdien voldoen aan de BENG-eisen. Volgens de zeventien bureaus is dit een goede stap voorwaarts in de energietransitie ten opzichte van de EPC (energieprestatiecoëfficiënt). In de praktijk liepen de bureaus echter tegen twee knelpunten aan.

Paarse krokodil energielabels appartementen

Zo moet bij de huidige BENG-regelgeving voor de omgevingsvergunning voor alle individuele appartementen in één woongebouw een berekening gemaakt worden voor een (voorlopige) energielabel. Het ministerie van BZK heeft nu akkoord gegeven om ‘bij woongebouwen met een actief koelsysteem, het doorrekenen per appartement bij de aanvraag omgevingsvergunning los te laten.’ De wijzigingen worden nu verder uitgewerkt en zullen waarschijnlijk medio 2024 doorgevoerd worden.

Uit de verzamelde data van de zeventien bureaus over 2022 is namelijk gebleken dat van de in totaal ruim 21.000 appartementen waarvoor de bureaus een omgevingsvergunning hebben aangevraagd, er 95 procent uitkomen op energielabel A++ en A+++. Bij het merendeel daarvan, 89 procent, wordt actieve koeling toegepast.

“Als bijna alle appartementen op A of hoger uitkomen, dan schiet de regel zijn doel voorbij”, aldus Kitty Huijbers, adviseur bij ABT, in een interview met Cobouw. Het ministerie van BZK beaamt dat nu met zijn besluit. De zeventien bureaus waren in 2022 goed voor de meer dan de helft van de aangevraagde en afgemelde omgevingsvergunningen van appartementen.

Loslaten kwaliteitsverklaring installatieconcepten

Het andere punt waarvoor de bureaus zich hard hebben gemaakt was de vereiste dat er al bij aanvraag van de omgevingsvergunning een BureauCRG geaccordeerde kwaliteitsverklaring voor innovatieve installatieconcepten aanwezig moest zijn. Hierdoor was het toepassen van innovatieve energiezuinige systemen ingewikkelder, tijdrovender, duurder en daardoor minder aantrekkelijk. De aanpassing hiervoor is al eerder in gang gezet en wordt op 1 juli officieel van kracht. Dan zijn de BCRG-kwaliteitsverklaringen voor nieuwe installatieconcepten niet meer nodig voor de aanvraag van de omgevingsvergunning.

Gemeenschappelijk doel

De zeventien bureaus waarderen elkaars daadkracht en die van de politieke organen als het ministerie van VRO, de BCRG, en verantwoordelijke Programmaraad van de NEN. De betrokken bureaus zullen zich, samen met de branchevereniging Koninklijke NLingenieurs, blijven inzetten voor het gemeenschappelijke doel: het versnellen en verduurzamen van de woningbouw.

Er dienen zich namelijk de komende periode veel uitdagingen én nieuwe kansen aan op de weg van de energietransitie. Zo is reductie van de CO₂-uitstoot gedurende de hele levenscyclus van een gebouw – Whole Life Carbon – bijvoorbeeld het nieuwe hot topic. De ingenieursbranche kan en wil een waardevolle bijdrage leveren aan deze ontwikkelingen. “Wij zijn blij dat we de kans krijgen onze kennis en expertise hiervoor in te zetten”, aldus Liselotte Apon.

Representativiteitsbeginsel verruimen of loslaten
De adviseurs stellen een meer efficiënte, uiteraard wel duurzame en kwalitatieve, werkwijze voor door het in de in de ISSO 82.1 opgenomen ‘representativiteits-beginsel’ te verruimen of los te laten. Ook is het de wens meer bandbreedte toe te staan in het bepalen van de voorlopige energielabels en te werken met een kleiner aantal ‘representatieve woningen’. Op deze manier kan met minder berekeningen ook een goede indicatie worden gegeven van het energielabel dat de toekomstige bewoner kan verwachten.

charts_samengesteld.webp
bottom of page